Een bijdrage van Yvonne Zwikker, IVN natuurgids.
Foto's: Marjan Schut en Walter van Os!
Was vroeger het Zuiderpark een hotspot voor sleedoornpage-eitjes, sinds dit jaar gaat Park Zuidbroek aan kop met 70 witte eitjes ter grootte van een glazen speldenknop. Kenners geven aan dat je het aantal wel met drie mag vermenigvuldigen omdat veel eitjes niet gevonden worden omdat ze hoger of lager zitten dan wij kijken. De sleedoornpage is een vlinder die ’s zomers een verborgen leven leidt. De mannetjes wachten de meeste tijd in de kruinen van bomen op vrouwtjes die lager vliegen. ’s Winters zijn de eitjes voor een geoefend oog goed te ontdekken. Door het vinden van de eitjes kan je bewijzen dat er een levensvatbare populatie zit.
Nina de Vries van de KNNV-insectenwerkgroep ging in Park Zuidbroek kijken en kwam met deze verbluffende vondst: 70 eitjes. Deze locaties stond nog niet op de lijst van de plekken die jaarlijks onderzocht worden. Je kunt deze vlinder een biotoop bieden als je maar zorgt voor jonge sleedoorns. Dat blijkt vooral nu weer in Park Zuidbroek. De groenstrook aan de zuidzijde van het park grenzend aan de bungalowwijk herbergt jonge sleedoorns met takken die nog niet met algen of korstmossen bedekt zijn. Zie de rode lijn waar zich dit bevindt in het park.
Het zijn vooral deze sleedoorns waar ze hun eitjes met een golfbalstructuur op af zetten, altijd in de vork van een tak of net boven een knop.
Al zeker 25 jaar geleden begon IVN Apeldoorn deze vlinders in overleg met de gemeente en de Vlinderstichting te monitoren. Sinds 2013 heeft de KNNV- insectenwerkgroep dat overgenomen. Hoe meer vlindersoorten hoe meer diversiteit in de natuur en dat is een van de pijlers van het groenbeleid in Apeldoorn. Deze soort is dus een handje te helpen. Tegenwoordig worden de vindplaatsen zeer precies op digitale kaarten aangegeven. Dat is belangrijk voor de maaiploegen die door de gemeente aangestuurd worden. Dat geldt ook voor die strook in Park Zuidbroek.
Als je je verdiept in het leven van deze vlinder verwonder je je bijvoorbeeld over de kwaliteit van de eitjes die gemiddeld acht maanden weer en wind moeten doorstaan. De rupsjes van een paar millimeter kruipen precies uit het ei als de blaadjes uitkomen. In dit plantsoen zijn meer dan genoeg nectarplanten voor rupsjes nooit-genoeg.
De volgende foto's zijn gemaakt door onze hoffotograaf Walter van Os.
Hieronder staat beschreven hoe hij dat gedaan heeft.
De foto’s zijn in augustus gemaakt. Dan vliegen de meeste Sleedoornpages.
Wanneer het enigszins windstil is met temperaturen tussen 22 25 graden is de kans het grootst.
Wanneer er 's nachts een flinke regen- of onweersbui is geweest dan spoelt er veel honingdauw van de bomen waar deze vlinder zich verzamelt. Meestal zijn dat berken.
Eitjes zetten ze af op sleedoorn en andere prunus soorten. Maar guldenroede (gele bloempjes) is zo zoet als honing en trekt deze mooie vlinder dan aan.
Soms zitten ze uren op deze plant en laten ze zich fraai vastleggen. Soms komt er een zuchtje wind en zijn ze met een paar snelle vleugelslagen uit het zicht verdwenen.
Dan kan het soms dagen/ jaren duren om ze weer eens te treffen….